10, 9, 8, …3, 2, 1, gaan! De starter laat me los en tegelijk spannen mijn benen zich aan. Mijn rug is lichtjes gebogen en het achterwerk zweeft lichtjes boven het zadel. De blik is strak naar voren. De benen gaan steeds sneller ronddraaien. Ik voel de wind langs mijn gezicht. Langzaam ga ik zitten. Ik pak het uiteinde van het opzetstuur, duw mijn ellebogen naar binnen en leg ze op de steunen. Ik maakt me zo klein mogelijk maar ik zorg dat ik nog voldoende diep kan ademen. De ademhaling wordt sneller en sneller. Ik probeer dit te synchroniseren met de trapbeweging. Snel, maar diep. Een blik op mijn teller. 48 km/uur. Wow! Maar ik bedenk me dat ik hier wind mee heb. Ga ik niet weer te hard van start? Mijn benen stralen nog macht uit. Mijn lichaam wil door, maar mijn verstand wint het. Toch maar iets rustiger aan. Mijn hartslag is namelijk al aan de hoge kant. Al gauw voel ik mijn bovenbenen wat branderig worden. Ik weet dat dit niet meer zal verdwijnen. Ik probeer het behapbaar te houden. Het verzet niet te zwaar, maar zeker niet te licht. Pedalleren is niet mijn ding. Ik moet druk op de benen voelen. Na twee bochten de weg langs de Vliet op. Nu is de wind tegen. Paar tandjes terug en het juiste ritme weer opzoeken. Goed diep blijven zitten. Wat dat betreft is het net schaatsen. Ik probeer vlak langs heg te blijven rijden om zoveel mogelijk wind te ontwijken. Eigenlijk om er onderdoor te rijden. De snelheid neemt maar langzaam af. Het gaat nog goed. Na de bocht nog even goed aanzetten. Ik rijd zo vloeiend mogelijk van de weg het fietspad op. Dan langs de klokkers flitsen. Nog één ronde. Bij de volgende bocht, vlak voor de start, wordt ik aangemoedigd. Dit geeft even een extra boost. Uit het zadel probeer ik het tempo nog wat te verhogen. Mijn benen protesteren al een beetje. Ik neem snel weer de juiste houding aan. Maar het gaat niet meer zo soepel. Nog steeds zie ik mijn voorganger niet. Ben ik zo langzaam. Nu weer langs de Vliet. Ik moet nòg een tandje terug. Is het soms harder gaan waaien? Mijn benen beginnen nu echt pijnlijk aan te voelen en schreeuwen om zuurstof. Ze willen dat ik ermee stop. Ik negeer het en focus op de weg voor me. Heel in de verte zie ik mijn voorganger. Dat is ruim meer dan een minuut. Ik kijk niet achterom. Ik praat mezelf moed in. Kom op. Na dit rechte stuk nog één bocht en dan het fietspad op en dan ben je er. Het voelt alsof ik tegengehouden wordt. Ik neem de bocht. Hm, ik heb hem wel eens beter genomen. Ik duik het fietspad op en zet nog één keer aan, zo hard als ik kan. Mijn benen ontploffen en ik hijg om voldoende lucht binnen te krijgen. Ik passeer de finish. De benen vallen stil. Het voelt als een bevrijding. Waarom doe ik dit eigenlijk…
Dit was mijn beleving van de tijdrit van verleden jaar. Wat wordt jouw beleving voor de tijdrit van 2017? Het is een gevecht wat jij aangaat tegen de elementen, maar vooral tegen jezelf. Je kunt je aan niemand optrekken. Je moet het helemaal zelf doen. Je moet goed doseren. Aan het eind weet je je tijd. Maar nog niet die van anderen. Je vraagt wat rond en vergelijkt. Hoeveelste ben je? Pas in de kantine wordt de spanning doorbroken als de uitslag uitgedeeld wordt. Podium of niet? Je bent in ieder geval een ervaring rijker. Volgend jaar een betere tijd rijden en hoger eindigen. Voor jezelf.
Tot ziens bij de tijdrit van 2017, zaterdag 10 juni.
Frank Suijten

Categories:

Tags:

Comments are closed

Headerfoto's met dank aan Erben van der Lans

Agenda